Op initiatief van wijlen Jan Franken (oud-medewerker van Vestia Rotterdam Zuid) is het idee ontstaan voor een kunstwerk op de rotonde Slinge / Langenhorst. Jan Franken wilde met de trapleuningen uit de inmiddels gesloopte flats Hoge Burgen een nieuw beeld maken met als thema ‘Toekomst‘. Door het gebruik van de oude trapleuningen draagt het kunstwerk een symboliek in zich uit de gesloopte Burgen: het oude wordt geconstrueerd tot iets nieuws. Een transformatie die van toepassing is op Zuidwijk en de stedenbouwkundige vernieuwing van de wijk, waarbij het stratenpatroon nagenoeg intact is gelaten. De invulling is nieuw, maar met respect en in lijn met de tuinstad Zuidwijk. Het materiaal dat wordt gebruikt voor het kunstwerk staat symbool voor deze transformatie. De opbouw van het kunstwerk verwijst naar het constructivisme: een kunststroming rond de Eerste Wereldoorlog met als exponenten Tatlin, Lissitzky en Gabo. Deze stroming is via het Bauhaus en de Stijl van grote betekenis en invloed geweest voor de architecten van het Nieuwe Bouwen, zoals Brinkman en Van der Vlugt, Oud, Rietveld en ook Willem van Tijen. Zij stonden allen voor radicale stedenbouwkundige vernieuwingen in de jaren ’20 – ’60. Zij waren het, die later de naoorlogse nieuwbouwwijken Pendrecht en Zuidwijk bouwden. Daarmee is het ideële erfgoed, het gedachtegoed van Zuidwijk, verankerd in het kunstwerk. Het kunstwerk is gerealiseerd door Ad Schouten met de inzet van de leerlingen van het Albeda College, die het beeld in elkaar hebben gelast. Door hun inzet wordt er niet alleen gewerkt aan de toekomst van de wijk, maar ook aan de toekomst van deze leerlingen. Op 23 september 2011 werd het kunstwerk onthuld.
