Kees Franse (Oud Beijerland, 1924 – Rotterdam, 1982) was een Rotterdamse kunstenaar. Hij studeerde van 1944 tot circa 1949 aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Hij was in 1951 met onder anderen Louis van Roode en Huib Noorlander medeoprichter van de kunstenaarsgroep ‘Argus’, waarmee hij gezamenlijk exposeerde. Hij bekwaamde zich vooral in de schilderkunst, maar maakte ook werk voor de openbare ruimte, waaronder een gekleurd betonreliëf (1962) boven de entree van het huidige Stadsarchief in Rotterdam. Hij had een bijzondere belangstelling voor appels, waarvan hij enorme houten sculpturen maakte. Zijn ‘appels’ staan onder meer in Gorinchem, Amsterdam, Arnhem en Leiden. Beroemd is zijn in 1975 vervaardigde ‘Schiphol-appel’, waarop duizenden reizigers in de loop der jaren hun namen en boodschappen achterlieten, en die in die tijd fungeerde als ontmoetingspunt.