Monsieur Jacques (1959) Oswald Wenckebach

foto Otto Snoek
Over het kunstwerk

Monsieur Jacques werd in 1956 vervaardigd door Oswald Wenckebach. Het beeld kwam in 1959 in Rotterdam terecht, nadat het te zien was geweest als onderdeel van de Nederlandse inzending op de wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel. De sculptuur is geen portret van een werkelijk bestaand persoon, maar de verbeelding van een zelfvoldane burgerman: de borst vooruit, de neus omhoog en de hoed in de handen op de rug. Wenckebach maakte een reeks kleine sculpturen, waarin Monsieur Jacques een rol speelt. Zo is er onder andere de ‘Jacques met zorgen’ en de ‘Jacques met vakantie’. De serie van kleine bronzen beelden in verschillende houdingen is in bezit van Museum Boijmans Van Beuningen. Monsieur Jacques kwam aan zijn naam, doordat het beeldje ‘Jacques op vakantie’ de maker deed denken aan de dichter Jacques Bloem. Monsieur Jacques is de stereotype van de Nederlandse kleine man. In elk beeldje wordt een bepaalde karaktertrek uitgelicht en uitvergroot weergegeven. De Monsieur Jacques aan de Coolsingel is een typisch zelfvoldane burgerman, die ieders sympathie weet op te roepen. Het beeld is op eenvoudige wijze vormgegeven, details zijn grotendeels weggelaten. Monsieur Jacques draagt een overjas, al maakt men dat voornamelijk op uit het silhouet van de figuur. Zijn armen lijken aan zijn lichaam vastgegroeid. Het model van de jas is slechts summier gedefinieerd door de aanwezigheid van enkele verdiepte lijnen en verhoogde vlakken, die positie van revers en jaszakken aangeven. Ook de broek en schoenen van het mannetje zijn op een soortgelijke wijze vereenvoudigd: waar de broek in de voet overgaat, is in het midden gelaten. In verband met langdurige werkzaamheden aan de Coolsingel werd Monsieur Jacques in 2018 tijdelijk geplaatst in de tuin van CultuurWerkplaats Tarwewijk. Januari 2021 is het beeld weer teruggeplaatst op de Coolsingel. Voor meer informatie: Sculpture International Rotterdam.

lees meer
Over de kunstenaar

Ludwig Oswald Wenckebach (Heerlen, 1895 – Noordwijkerhout, 1962) ging rond 1910 in de leer bij zijn oom, de schilder Willem Wenckebach en volgde kunstopleidingen in Haarlem en Wenen. In 1919 kwam hij terug naar Nederland en ging in Schagen wonen. Daar maakte hij kennis met de beeldhouwer John Rädecker, die hem aanzette om te gaan beeldhouwen. Aanvankelijk werkte hij in de klassieke Griekse traditie. Vanaf de jaren vijftig ontwikkelde hij een meer eigen, figuratieve stijl: een subtiele wijze van stileren, maar zijn figuren behielden een bepaalde strengheid. Langzaamaan kregen zijn vrije figuurplastieken een eigen karakter met een strakke, gestileerde vormgeving en een milde, meer alledaagse – soms ironische –uitstraling. Rond 1955 werd Wenckebach benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

lees meer