Op woensdag 23 oktober werd de herplaatsing van Twee kolommen (1977) van de Rotterdamse kunstenaar Gust Romijn feestelijk gevierd op de nieuwe locatie aan de Kromme Zandweg. BKOR stelde drie vragen aan Marianne Kleijwegt (erven Gust Romijn), over de kunstenaar die zeven beelden maakte voor de openbare ruimte van Rotterdam. “Het moet levendig zijn in plaats van een dooie boel.”



Gust Romijn maakte Twee kolommen voor de Energiehal, waar de helderrode objecten sterk contrasteerden met de langgerekte, wit-zwarte gevel. Op de nieuwe locatie staat het werk in het plantsoen, waar het vanuit meerdere perspectieven is te zien. Geeft je dat een nieuwe kijk op het werk?
De felrode kleur van Twee kolommen was mooi tegen de zwart-witte gevel van de hal, maar Gust had niet de intentie dat het werk vastgemaakt zou worden aan het gebouw. Dat is uit veiligheidsoverwegingen gedaan. Daarna stond de sculptuur jarenlang als een landmark bij de ingang van het Honkbalstadion Neptunus tegenover de Van Nelle Fabriek en op de beeldententoonstelling Art Zuid in Amsterdam. Twee kolommen stond op deze beide locaties opgesteld in een grasveld, met als achtergrond een aantal bomen. Nu op de nieuwe locatie komt het kunstwerk nog beter tot zijn recht, want het heeft ruimte nodig. Je kunt er nu vanuit verschillende invalshoeken en vanaf verschillende afstanden naar kijken, maar er ook tegen aanleunen.

Gust Romijn woonde in de jaren zestig enige tijd in New York. Eenmaal terug in Nederland volgden zijn ‘koele jaren’. In kleur geschilderde metalen beelden werden toen prominent in zijn werk. Hoe past Twee kolommen in deze ontwikkeling?
Gust werkte altijd in periodes. Aanvankelijk maakt hij beeldjes in klei en tekeningen, daarna grafiek, schilderijen, sculpturen in ijzer, aluminium, blik, brons, gips, beton, mozaïek, neon, perspex, verchroomd en gelakt staal. Over deze ontwikkeling vertelt hij in een interview: “Iedere sculptuur heeft een eigen uitdrukking, maar heeft geen voorstelling. Het zijn beelden om de beelden. In het begin ronde vormen, dan een combinatie van ronde en paalachtige vormen, daarna golvende en kronkelende palen en tenslotte alleen maar palen. Hoe eenvoudiger de vorm des te groter de spanning. Vandaar die palen. Soms worden die vormen herhaald: twee maal, zes maal of 25 maal. Ze zijn geïnspireerd op de moderne techniek, op de ruimtevaart of noem maar op. Het is de uiting van een gedachtewereld, van mijn gedachtewereld. Het is ongeremd, het is speels. Het zijn vormen die je in je hebt. Ik wil geen schokeffect. Ik wil wat leuks maken, iets vrolijks, iets fijns. Het moet levendig zijn in plaats van een dooie boel.” (Bron: Gust Romijn in gesprek met de scholieren Mout en Van Wink & in nieuwsblad Europoort ‘67, 1969 en 1972).

Gust Romijn heeft door de jaren heen vele kunstwerken gemaakt voor de openbare ruimte, in telkens nieuwe uitingsvormen, van organisch brons tot koel staal. In hoeverre speelde de interactie met de toeschouwer een rol in zijn werk?
Gust was blij met opdrachten voor de openbare ruimte, maar hij was toch het meest gecharmeerd als beelden in zijn atelier of op een tentoonstelling werden aangekocht. Als hij opdrachten kreeg, probeerde hij in te spelen op de locatie. Op het speelplein van een kleuterschool in Capelle aan de IJssel maakte hij van geverfd graniet Boven water uitspringende dolfijnen (1981), waarop kinderen konden spelen. Dat is ook het geval bij het sculptuur Etenstijd (1995) in Amersfoort-Kattenbroek. Op een terp staan negen blauwgeverfde stalen tafels met op elke tafel een bronzen aardappel. Onder aan die terp is een kinderopvang en de kinderen mogen spelen op ‘de aardappelberg’. Ook bij het Montessori Lyceum Rotterdam werd Gust geïnspireerd door de locatie. De sculptuur heet niet voor niks Uitvliegende vogel.
Twee grote bronzen beelden uit 1965 hebben vormen waarop men kan klimmen en er kruip door sluip door onderdoor kan lopen. Het beeld Wolken stond bij de Daniel den Hoedkliniek, maar staat sinds 2019 op het plein bij het Erasmus MC in Rotterdam. De andere sculptuur is Het oneindige huis, dat in het Ruigeplaatbos in Hoogvliet staat. Gust is altijd een voorstander geweest van interactie met zijn sculpturen. Ook met deze beelden mag gespeeld worden.