Het kunstwerk De pinguïns van de Rotterdamse kunstenaar Herman Lamers is in 2002 tot stand gekomen in het kader van de Strategische Wijkaanpak Noord. Met financiering vanuit de destijds nog functionerende percentageregeling hebben de deelgemeente Noord, dienst Stedebouw & Volkshuisvesting (dS+V) en CBK Rotterdam in nauw overleg met de bewoners van het Bleiswijkplein gewerkt aan de invulling van deze kunstopdracht. Vanuit de bewoners kwam het idee om de kunsttoepassing het thema ‘windroos’ mee te geven, als metafoor voor een veelkleurige samenleving die uit alle windrichtingen hierheen gekomen is. Van de kunstenaar werd tevens verwacht dat deze een speels element zou toevoegen, ook om te voorkomen dat het plein nog verder als hondenuitlaatplek zou worden gebruikt. Herman Lamers maakte een windroos van een zandkleurige terrazzo vloer met een ingelegde parelmoerkleurige lijnenstructuur. Het plateau van vijf bij vijf meter, waar De pinguïns op staan, is tevens ontworpen als een boomrooster, maar het oogt als een podium en speakerscorner. Het boomrooster heeft het patroon van geografische ringen op de atlas en verwijst zo naar de afkomst van de vogels, namelijk de Zuidpool. Het terrazzo is zandkleurig in tegenstelling tot water of ijskleuren, waar pinguïns normaal mee worden geassocieerd. De serieuze blik in de ogen van de twee vogels en hun postuur doen menselijk aan. Deze surreële en tevens menselijke connotaties creëren een intieme en speelse sfeer op het plein. Pinguïns zijn als diersoort populair dankzij hun aaibaarheidsfactor en het feit dat hun postuur op dat van mensen lijkt. Dat is ook één van de vergelijkingen die Lamers trekt met zijn beelden. De maatverhouding van een grotere en een kleinere (man-vrouw of ouder-kind) versterkt hun menselijkheid. Sommigen vinden de beelden bijvoorbeeld sprekend op Hollanders lijken, met bierbuik en al.