Arno Coenen maakte dit werk bij een gedicht van Edip Cansever (Turkije, 1928-1986). Dit gedicht De stemmen van bloed in mijn zakdoek (in het Turks Mendilimde Kan Sesleri) omschrijft het onzegbare. Het drukt in woorden uit wat onbeschrijflijk is, namelijk het heimwee van de landverhuizer. Want het heimwee van de landverhuizer is niet slechts een verlangen naar zijn geboortegrond. Het is een diep nostalgisch verlangen naar een niet (meer) bestaand thuis, naar een niet (meer) bestaande wereld. Het is een ongeneeslijke ziekte. De gevel die beeldend kunstenaar Coenen hier heeft geconstrueerd, drukt dat onzegbare uit. Deze gevel staat voor alle gevels van alle emigranten die ver weg van hun geboortegrond wonen. Dat het hier de gevel van een winkel betreft, van een openbare plek in een willekeurige stad, maakt het nog schrijnender. De entree van deze gevel is namelijk onbereikbaar, net zo onbereikbaar als datgene waar de emigrant zo naar verlangt… Een fragment uit het gedicht De stemmen van bloed in mijn zakdoek van Edip Cansever, vertaald door Arnout Steenhoek: O mijn lieve Ahmet Abi De mens lijkt op de plaats waar hij woont Op het water daar, op de aarde daar Op de vis die in het water zwemt Op de bloem die de aarde wegduwt Op de dampige glooiingen van de bergen, van de heuvels Hij lijkt op de rode vlakte van Antep De witte van Konya Met zijn blauwe tranen lijkt hij op de hemel Met zijn kabbelende blikken lijkt hij op de zee De huizen, de straten, de straathoeken Wat lijkt hij erop Edip Cansever werd geboren in Istanbul en studeerde aan het Instituut van Commerciële Studies. Hij geldt als één van de leidende en meest invloedrijke Turkse dichters van de jaren vijftig. Cansever behoorde tot ‘De tweede nieuwe beweging’, die probeerde af te rekenen met de oude garde. Zij pleitten voor een nieuw poëtisch taalgebruik en gingen op zoek naar een nieuwe beeldtaal. Cansever refereert in dit gedicht aan jazz en verwerkt elementen uit het rauwe leven van de stad. De stemmen van bloed in mijn zakdoek is gerealiseerd als onderdeel van de kunstroute ‘Dichter bij de buurt’ in het Nieuwe Westen, waarbij kunstenaars werden gekoppeld aan dichters. Deze kunstroute markeert de voltooiing van de stadsvernieuwing van het Nieuwe Westen.
Kunstenaar Arno Coenen (Deventer, 1972) studeerde aan de kunstacademie in Groningen. Hij maakt werk in verschillende media, zoals videokunst, 3D animatie, glas en mozaïek. Van 2006 tot 2018 vormde hij een kunstenaarduo met Iris Roskam. Samen hebben ze diverse kunstwerken gemaakt, waaronder het kunstwerk Hoorn des overvloeds voor de Markthal.
Lichtbak van een fictieve winkelgevel, waarop een gedicht te lezen is
Materialen
Metaal, kunststof, tl
Afmetingen
4 x 3 m
Jaar
2004
Opdrachtgever
Woonbron Delfshaven
Werving/selectie
Stichting Straatbeeld
Geldbron
Woonbron Delfshaven, Stichting Dichter bij de buurt, Stichting Straatbeeld, CBK Rotterdam
Eigenaar
Woonbron
Over het kunstwerk
Arno Coenen maakte dit werk bij een gedicht van Edip Cansever (Turkije, 1928-1986). Dit gedicht De stemmen van bloed in mijn zakdoek (in het Turks Mendilimde Kan Sesleri) omschrijft het onzegbare. Het drukt in woorden uit wat onbeschrijflijk is, namelijk het heimwee van de landverhuizer. Want het heimwee van de landverhuizer is niet slechts een verlangen naar zijn geboortegrond. Het is een diep nostalgisch verlangen naar een niet (meer) bestaand thuis, naar een niet (meer) bestaande wereld. Het is een ongeneeslijke ziekte. De gevel die beeldend kunstenaar Coenen hier heeft geconstrueerd, drukt dat onzegbare uit. Deze gevel staat voor alle gevels van alle emigranten die ver weg van hun geboortegrond wonen. Dat het hier de gevel van een winkel betreft, van een openbare plek in een willekeurige stad, maakt het nog schrijnender. De entree van deze gevel is namelijk onbereikbaar, net zo onbereikbaar als datgene waar de emigrant zo naar verlangt… Een fragment uit het gedicht De stemmen van bloed in mijn zakdoek van Edip Cansever, vertaald door Arnout Steenhoek: O mijn lieve Ahmet Abi De mens lijkt op de plaats waar hij woont Op het water daar, op de aarde daar Op de vis die in het water zwemt Op de bloem die de aarde wegduwt Op de dampige glooiingen van de bergen, van de heuvels Hij lijkt op de rode vlakte van Antep De witte van Konya Met zijn blauwe tranen lijkt hij op de hemel Met zijn kabbelende blikken lijkt hij op de zee De huizen, de straten, de straathoeken Wat lijkt hij erop Edip Cansever werd geboren in Istanbul en studeerde aan het Instituut van Commerciële Studies. Hij geldt als één van de leidende en meest invloedrijke Turkse dichters van de jaren vijftig. Cansever behoorde tot ‘De tweede nieuwe beweging’, die probeerde af te rekenen met de oude garde. Zij pleitten voor een nieuw poëtisch taalgebruik en gingen op zoek naar een nieuwe beeldtaal. Cansever refereert in dit gedicht aan jazz en verwerkt elementen uit het rauwe leven van de stad. De stemmen van bloed in mijn zakdoek is gerealiseerd als onderdeel van de kunstroute ‘Dichter bij de buurt’ in het Nieuwe Westen, waarbij kunstenaars werden gekoppeld aan dichters. Deze kunstroute markeert de voltooiing van de stadsvernieuwing van het Nieuwe Westen.
Kunstenaar Arno Coenen (Deventer, 1972) studeerde aan de kunstacademie in Groningen. Hij maakt werk in verschillende media, zoals videokunst, 3D animatie, glas en mozaïek. Van 2006 tot 2018 vormde hij een kunstenaarduo met Iris Roskam. Samen hebben ze diverse kunstwerken gemaakt, waaronder het kunstwerk Hoorn des overvloeds voor de Markthal.
Lichtbak van een fictieve winkelgevel, waarop een gedicht te lezen is
Materialen
Metaal, kunststof, tl
Afmetingen
4 x 3 m
Jaar
2004
Opdrachtgever
Woonbron Delfshaven
Werving/selectie
Stichting Straatbeeld
Geldbron
Woonbron Delfshaven, Stichting Dichter bij de buurt, Stichting Straatbeeld, CBK Rotterdam
Eigenaar
Woonbron
Arno Coenen -
De stemmen van bloed in mijn zakdoek (2004)
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.OkNo