Jan Hendrik Leopold (1865 – 1925) wordt beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse dichters en hij beïnvloedde vele generaties collega’s. Leopold werd geboren in ‘s-Hertogenbosch, studeerde klassieke talen in Leiden en vestigde zich in 1892 in Rotterdam, waar hij ruim dertig jaar les gaf aan het Erasmiaans Gymnasium (destijds gevestigd aan de Coolsingel). Hoewel de sfeer in het toenmalige, explosief groeiende Rotterdam moeilijk in overeenstemming valt te brengen met de teruggetrokken levenshouding die uit Leopolds gedichten spreekt, moet hij zich er hebben thuis gevoeld. Op latere leeftijd werd Leopold hardhorend en hij sloot zich steeds meer af van zijn vrienden en leerlingen. Tegen het eind van zijn leven werd hij ontslagen. Hij stierf in eenzaamheid aan pleuritis. Ter nagedachtenis aan de dichter werd op diens honderdste geboortedag in 1965 een portretreliëf onthuld van Charlotte van Pallandt, een belangrijk Nederlands beeldhouwster. Onder de kop van Leopold staat zijn naam en een kwatrijn uit de gedichtencyclus Uit de Rubaijat: “Ik scheidde; onverstand was allerwegen, van al mijn parels werd niet één geregen. De dwazen! Honderd dingen nooit beseft en nooit bereikt, zijn in mij doodgezwegen.“
Charlotte van Pallandt (Arnhem, 1898 – Noordwijk, 1997) was een bereisde kunstenaar, die in het Interbellum veel van Europa zag. Samen met bijvoorbeeld Mari Andriesse en Kees Verwey behoort ze tot de klassieke Nederlandse kunstenaars van de vorige eeuw. Bekend zijn haar portretten van Juliana en haar beeld van Wilhelmina. Als barones kon Van Pallandt dichtbij de hoogste kringen komen. Invloeden van het constructivisme en kubisme zijn te vinden in haar werk, maar vooral ontwikkelde ze al vroeg een expressionistische stijl waar ze in is blijven werken, ook toen andere ‘ismes’ elkaar opvolgden. Door zich te blijven concentreren op die ene stijl is ze geen vernieuwer, wel een virtuoos. Haar werk draait om lijnen, vormen, om licht en donker, en om het uitdrukken van een houding en karakter – combinaties van figuratieve en abstracte expressie. “Het treffen van een karakter is misschien wel de essentie van haar kunstenaarschap”, zegt Van Embden in een van de vele publicaties over Van Pallandt (‘Wilhelmina Monumentaal’, 1987).
Jan Hendrik Leopold (1865 – 1925) wordt beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse dichters en hij beïnvloedde vele generaties collega’s. Leopold werd geboren in ‘s-Hertogenbosch, studeerde klassieke talen in Leiden en vestigde zich in 1892 in Rotterdam, waar hij ruim dertig jaar les gaf aan het Erasmiaans Gymnasium (destijds gevestigd aan de Coolsingel). Hoewel de sfeer in het toenmalige, explosief groeiende Rotterdam moeilijk in overeenstemming valt te brengen met de teruggetrokken levenshouding die uit Leopolds gedichten spreekt, moet hij zich er hebben thuis gevoeld. Op latere leeftijd werd Leopold hardhorend en hij sloot zich steeds meer af van zijn vrienden en leerlingen. Tegen het eind van zijn leven werd hij ontslagen. Hij stierf in eenzaamheid aan pleuritis. Ter nagedachtenis aan de dichter werd op diens honderdste geboortedag in 1965 een portretreliëf onthuld van Charlotte van Pallandt, een belangrijk Nederlands beeldhouwster. Onder de kop van Leopold staat zijn naam en een kwatrijn uit de gedichtencyclus Uit de Rubaijat: “Ik scheidde; onverstand was allerwegen, van al mijn parels werd niet één geregen. De dwazen! Honderd dingen nooit beseft en nooit bereikt, zijn in mij doodgezwegen.“
Charlotte van Pallandt (Arnhem, 1898 – Noordwijk, 1997) was een bereisde kunstenaar, die in het Interbellum veel van Europa zag. Samen met bijvoorbeeld Mari Andriesse en Kees Verwey behoort ze tot de klassieke Nederlandse kunstenaars van de vorige eeuw. Bekend zijn haar portretten van Juliana en haar beeld van Wilhelmina. Als barones kon Van Pallandt dichtbij de hoogste kringen komen. Invloeden van het constructivisme en kubisme zijn te vinden in haar werk, maar vooral ontwikkelde ze al vroeg een expressionistische stijl waar ze in is blijven werken, ook toen andere ‘ismes’ elkaar opvolgden. Door zich te blijven concentreren op die ene stijl is ze geen vernieuwer, wel een virtuoos. Haar werk draait om lijnen, vormen, om licht en donker, en om het uitdrukken van een houding en karakter – combinaties van figuratieve en abstracte expressie. “Het treffen van een karakter is misschien wel de essentie van haar kunstenaarschap”, zegt Van Embden in een van de vele publicaties over Van Pallandt (‘Wilhelmina Monumentaal’, 1987).
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.OkNo