Pas twintig jaar na afloop van de oorlog op 4 mei 1965 werd dit verzetsmonument op de kop van de Westersingel onthuld door Prins Bernhard. Dit initiatief van Stichting Rotterdams Verzetsmonument leek een tijdje te conflicteren met andere plannen om een vergelijkbaar monument in de stad neer te zetten. Die plannen liepen op niets uit, maar intussen woedde wel jarenlang een discussie over aan wie dit monument nu precies moest worden opgedragen: aan alleen het illegale verzet? Of aan alle gevallenen? Uiteindelijk installeerde burgemeester Van Walsum de Stichting Rotterdams Verzetsmonument om een eerbetoon te laten maken voor beide groepen. Deze stichting gaf opdracht aan beeldhouwer Hubert van Lith om een groot monument te maken. Het moest verwijzen naar de aard en beweegredenen van het verzet in de oorlogsjaren, maar ook naar het lot van alle gevallenen. Deze ingewikkelde opdracht leidde tot een mannenfiguur, die met opgeheven hoofd voor zich uit kijkt. Van Lith laat iemand zien die duidelijk ‘ongebroken’ is. Op de sokkel staat ook het woord ‘ongebroken’ in grotere letters dan ‘verzet 1940 – 1945’. Want als de woorden ‘verzet’ te groot werden afgebeeld, had dat niet voldoende recht gedaan aan de Rotterdammers in het algemeen. Veel oorlogsmonumenten in Nederland bestaan uit een mensfiguur, die moed en/of kwetsbaarheid uitstraalt. Sommige van die beelden zijn erg populair, maar Ongebroken verzet aan de Westersingel werd niet goed ontvangen. Dat hangt samen met de vele strijd, die vooraf is gegaan aan de keuze voor dit eerbetoon. Het beeld staat mooi op zijn locatie en vormt de officieuze start van de beeldenroute op de Westersingel. Ondanks de officiële herdenkingsplechtigheden op het Stadhuisplein worden gehouden, worden er toch elk jaar vele kransen neergelegd bij dit beeld en op deze locatie.
Hubert van Lith (Amsterdam, 1908 – 1977) maakte figuratief werk met als onderwerpen vooral arbeiders, portretten, vrouwenfiguren en polderwerkers. Hij was schilder, graficus, tekenaar, maar vooral medailleur en beeldhouwer. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij meerdere oorlogsmonumenten. In 1931 won hij de Prix de Florence en in 1960 de gouden Arti-medaille.
Pas twintig jaar na afloop van de oorlog op 4 mei 1965 werd dit verzetsmonument op de kop van de Westersingel onthuld door Prins Bernhard. Dit initiatief van Stichting Rotterdams Verzetsmonument leek een tijdje te conflicteren met andere plannen om een vergelijkbaar monument in de stad neer te zetten. Die plannen liepen op niets uit, maar intussen woedde wel jarenlang een discussie over aan wie dit monument nu precies moest worden opgedragen: aan alleen het illegale verzet? Of aan alle gevallenen? Uiteindelijk installeerde burgemeester Van Walsum de Stichting Rotterdams Verzetsmonument om een eerbetoon te laten maken voor beide groepen. Deze stichting gaf opdracht aan beeldhouwer Hubert van Lith om een groot monument te maken. Het moest verwijzen naar de aard en beweegredenen van het verzet in de oorlogsjaren, maar ook naar het lot van alle gevallenen. Deze ingewikkelde opdracht leidde tot een mannenfiguur, die met opgeheven hoofd voor zich uit kijkt. Van Lith laat iemand zien die duidelijk ‘ongebroken’ is. Op de sokkel staat ook het woord ‘ongebroken’ in grotere letters dan ‘verzet 1940 – 1945’. Want als de woorden ‘verzet’ te groot werden afgebeeld, had dat niet voldoende recht gedaan aan de Rotterdammers in het algemeen. Veel oorlogsmonumenten in Nederland bestaan uit een mensfiguur, die moed en/of kwetsbaarheid uitstraalt. Sommige van die beelden zijn erg populair, maar Ongebroken verzet aan de Westersingel werd niet goed ontvangen. Dat hangt samen met de vele strijd, die vooraf is gegaan aan de keuze voor dit eerbetoon. Het beeld staat mooi op zijn locatie en vormt de officieuze start van de beeldenroute op de Westersingel. Ondanks de officiële herdenkingsplechtigheden op het Stadhuisplein worden gehouden, worden er toch elk jaar vele kransen neergelegd bij dit beeld en op deze locatie.
Hubert van Lith (Amsterdam, 1908 – 1977) maakte figuratief werk met als onderwerpen vooral arbeiders, portretten, vrouwenfiguren en polderwerkers. Hij was schilder, graficus, tekenaar, maar vooral medailleur en beeldhouwer. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij meerdere oorlogsmonumenten. In 1931 won hij de Prix de Florence en in 1960 de gouden Arti-medaille.
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.OkNo