Een nieuwe woonwijk is een in steen gevatte belofte voor de toekomst, waar bewoners hun intrede doen in een nieuwe fase in hun leven. Die nieuwigheid betekent ook dat de identiteit of ziel van zo’n wijk nog onbestemd is. Mensen kennen elkaar nog niet, er zijn nog geen gedeelde verhalen, het leven dat zich er gaat afspelen is nog niet buiten zichtbaar. In die onbestemdheid kan kunst van betekenis zijn. Het kan een voorschot geven op dat karakter, door een plek meer bijzonder te maken.

Die belofte proef je bij het kunstwerk Zicht op wind van Madelon Hooykaas voor Nesselande alleen aan de titel. Immers: wind zelf kun je niet zien, alleen dat wat door wind in beweging wordt gebracht. De titel belooft verbeelding, zoals beeldende kunst dat nu eenmaal doet. Het doet dat in dit geval met een constructie die schuin staat, alsof die heeft meebewogen met de wind. In de constructie hangt een windvaantje boven een cirkel die ’s avonds na zonsondergang zachtblauw oplicht. Het kunstwerk ziet er dus nuttig uit met zijn stalen buizen en de watersporters kunnen aan het vaantje de windrichting zien en het werk zorgt voor verlichting. Tegelijk is de echte functionaliteit nogal beperkt en is het beter om te spreken over zin, door hoe het kunstwerk de blik stuurt naar de elementen hier in dit poldergebied en alle mijmeringen die dat teweeg kan brengen.

Die nadruk op de elementen past bij Stansfield/Hooykaas, een museaal gelauwerd kunstenaarsduo waar Madelon Hooykaas deel van uitmaakte sinds 1972. Het duo ging baanbrekend nieuw werk maken door te pionieren in de toen nieuwe videokunst. Die verbonden zij met een wereld van buiten de technologie, namelijk de grote concepten van ruimte en tijd. Hun werk belandde bij vooruitstrevende kunstpodia zoals De Appel in Amsterdam en de Whitechapel Gallery in Londen, en werd opgenomen in collecties zoals van het Stedelijk Museum Amsterdam en het MoMA in New York. De collectiepresentatie Museum of Memory in Museum Arnhem is door het museum vernoemd naar hun videowerk Museum of Memory nr. 7, dat daar centraal in staat.

Hun video’s, fotowerken en installaties zijn en waren vooral in binnenruimtes te zien maar dat ze ook affiniteit hadden met de openbare ruimte, weten de inwoners van Wijk aan Zee sinds 1995. Toen maakten ze daar een werk met de titel ‘Abri’, in de vorm van een schotelantenne, waar je in kunt gaan zitten om onderdeel te worden van de kosmos die voor je ligt. Natuur, kijken en een spiritueel ontzag voor de ruimte liggen er in elkaars verlengde. Dat geldt ook voor het werk in Nesselande en voor het recente solowerk van Madelon Hooykaas. Onlangs had ze een solo-expositie in Antwerpen met de titel ‘Haiku, the art of observing’ en eveneens onlangs verscheen een stevige publicatie over haar werk: ‘The artist as explorer’. Het is een echt kunstenaarsboek waarin kijken en water en de natuur, schaduwen en licht, telkens terugkeren.

Nadat Elsa Stansfield in 2004 overleed, werkte Hooykaas nog zo’n twee à drie jaar hun gezamenlijke ideeën uit en opereert tegenwoordig individueel. Het kunstwerk hier in Nesselande is allebei: het eerste ontwerp stamt uit 2002 als creatie van Stansfield/Hooykaas, het duo, maar intussen heeft Hooykaas solo dit ongelooflijk lange traject afgemaakt.

In die ruim twintig jaar volgden zes ontwerpen elkaar op. Het begon met het plan om letterlijk ruimte te scheppen voor een artist-in-residency, zodat kunstenaars zich er zouden kunnen laven aan de omgeving en iets konden teruggeven in de vorm van een beeld of verhaal voor de wijk. Die lange looptijd geeft maar aan hoe moeilijk het is geworden om kunst in de openbare ruimte te realiseren. De opdracht is destijds gegeven vanuit de gemeentelijke percentageregeling, later opgeheven, in een vroege fase zodat kunstenaars volop konden meedenken over dit gebied.

Dat is een goed idee, maar dat betekent ook dat het wachten is op de realisatie van zo’n gebied. In dit geval kwam daar de bankencrisis van 2008 tussendoor, waardoor de huizenmarkt instortte. Toen de bouw van de wijk hervat werd, waren er weer andere agenda’s, hobbels, partijen, en moest kunst weer opnieuw door allerlei molens heen. Die toegenomen complexiteit is een ernstige bedreiging voor alle nieuwe kunst in de openbare ruimte en het is maar de vraag of de lange traditie die Rotterdam daarin heeft, niet nu de nek wordt omgedraaid. Reden te meer om dit kunstwerk hier wel te omarmen.

Omdat kunst helpt om een nieuwe plek te vormen, was CBK Rotterdam hier al vroeg betrokken met een kunstplan waaruit enkele kunstwerken ontstonden. Water en wind zijn er terugkerende thema’s, net als bij dit werk van Hooykaas waar een lichtring het NAP aangeeft en zo laat zien dat het gebied 5,5 meter onder zeeniveau ligt. Daarmee agendeerden ze de zeespiegelstijging toen die nog niet zo in belangstelling stond als nu en in die zin toonden ze een vooruitziende blik, iets wat al langer met kunst geassocieerd wordt. De term avant-garde betekent letterlijk voor de troepen uitlopen en nota bene hier door Nesselande loopt de Laan van Avant-garde met eromheen straten die vernoemd zijn naar kunstenaars van honderd jaar geleden, de hoogtijdagen van allerlei artistieke ismen. Natuurlijk heeft zo’n wijk kunst nodig. Avant-gardes gaan over pionieren, iets wat de bewoners in deze wijk ook zijn gaan doen. In lijn daarmee is het windvaantje in dit kunstwerk een vlag die veroverd terrein afbakent.

Bovendien gaat dit kunstwerk zelfs een directe relatie aan met kunst van toen: de inspiratie komt namelijk zowel van de locatie als van avant-gardist Wassily Kandinsky. Opgroeiend in Rotterdam zag Hooykaas als kind in Museum Boijmans Van Beuningen zijn schilderij ‘Lyrisches’ uit 1911 zag, een uit kleurvlakken opgebouwde ruiter waar dynamiek en spiritualiteit samenvallen. Het kunstwerk hangt momenteel in het Depotgebouw, in de tentoonstelling ‘Lievelingen’.

Toch lijkt het werk hier in Nesselande compositorisch meer op een andere Kandinsky, uit de collectie van het Parijse Centre Pompidou: allebei een driehoekige structuur van strakke lijnen met een cirkel, tussen twee zijluiken met mistige lijnen. Die atmosferische weidsheid is naar Nesselande ook door te vertalen. Zo zie je, de avant-gardes zitten hier niet alleen in de straatnamen.

En net als bij Kandinsky zijn de abstracte vormen in dit kunstwerk spiritueel geladen. Het zijn universele vormen, weerspiegelingen van iets groters, zoals de cirkel in de kunst en wetenschap geldt als symbool van het heelal, de kosmos, eeuwigheid. Met zijn verwijzingen naar water en wind grijpt het kunstwerk terug naar de tijd van voordat de wijk bestond en gaat het om een zekere bewustwording over zeespiegel- en klimaatkwesties. Stansfield en Hooykaas kozen daarvoor zelf de locatie uit, zo aan het water en helemaal aan het eind van het strand. Als je erheen loopt en meekijkt, dan zie je de wind en water en weet je van het zeeniveau boven ons en tegelijkertijd stuurt het kunstwerk je blik richting de kosmos, het meest ontzagwekkende dat maar bestaat.


Dit essay is voorgedragen door Sandra Smets bij de onthulling van Zicht op wind op dinsdag 21 mei 2024.