Op maandag 17 april 2017 overleed kunstenaar John Blake, van 1989 tot 2010 docent Autonome beeldende kunst aan de Willem de Kooning Academie. Amerikaan van geboorte, gaf Blake destijds een internationale dimensie aan de Rotterdamse academie. John Blake was toen betrokken bij de introductie van het vakgebied ‘mixed media’; tegenwoordig is dat heel gewoon, maar destijds heel nieuw.

John Clemens Blake werd op 11 januari 1945 geboren in Providence, Rhode Island/USA, zoon van John Holland Blake en Elisabeth Romano. Hij studeerde schilderkunst aan de Carnegie-Mellon University in Pittsburgh, Pennsylvania. Aansluitend volgde hij het ‘Norfolk Program’ aan de prestigieuze Yale University in New Haven, Connecticut. In 1967 haalde hij daar zijn BFA (Bachelor Fine Arts). Daarna verhuisde hij naar London voor een Master-studie aan het Royal College of Art, die hij in 1969 afsloot. In die jaren werden in de beeldende kunst veel nieuwe wegen verkend en ontsloten: denk aan Minimal Art, Conceptual Art, en de introductie van heel nieuwe materialen en media, zoals fotografie en film, en video – destijds in de kinderschoenen. John Blake bleef wonen en werken in Europa: aanvankelijk in London, en vanaf halverwege de jaren tachtig in Nederland. Hij was een pionier in het nieuwe vakgebied dat ‘mixed media’ ging heten: hij maakte plaatsgebonden installaties, foto-constructies, tekeningen en 3-dimensionaal werk, projecties met dia’s en films – maar ook permanente werken in de openbare ruimte.

John Blake als docent

Eind januari 1989, na een aantal gastdocentschappen, werd John Blake docent bij de Rotterdamse academie – aanvankelijk voor één dag in de week; hij bleef in dienst tot 2010 – hij werd toen 65.

Blake kwam de academie binnen op initiatief van Kees Verschuren: “Binnen de afdeling Autonome kunst formeerden we toen de vakgroepen Tekenen, schilderen en ontwerpen (TSO), Beeldhouwen, Grafiek, en Monumentaal & mixed media – dat was toen volkomen nieuw. Ik had daarvoor in eerste instantie een aantal gastdocenten uitgenodigd: Joseph Semah, Jeffrey Shaw, Nan Hoover, en Madelon Hooykaas & Elsa Stansfield, én John Blake. Ik kende hem via een gemeenschappelijke vriendin, en van de serie In Situ, een aantal experimentele projecten voor kunst in de openbare ruimte in Den Haag. Ook in Amsterdam had hij al een paar locatie gebonden projecten gerealiseerd. Uiteindelijk namen we Semah en Blake aan als vaste begeleiders voor die nieuwe vakgroep Monumentaal & mixed media. Die stond nog in de kinderschoenen: in het begin hadden we niet eens videocamera’s – met geld dat we verdiend hadden met een commercieel project konden we er van de SKAR een paar overnemen – van die grote logge dingen…

John was universitair opgeleid en breed georiënteerd, had belangstelling voor literatuur, was verbaal goed en kon ook goed vertellen. Echt een beschaafd mens, civilized. Hij had veel kennis, en formuleerde altijd verrassende inzichten en referenties. Hij had ook een internationale kunstpraktijk, en trad op als gastdocent all over Europa en de VS. Zo organiseerde hij een studentenproject in Poznan/Polen, waar hij contact had met een collega aan de academie daar. Hij deed het sowieso goed bij onze studenten, voelde zich een van hen.”

Bescheiden en eigenzinnig

John Blake was een bescheiden maar eigenzinnig mens. Temidden van zijn collega-docenten was hij geenszins een haantje-de-voorste. Hoe lang ook in Nederland: hij was en bleef Amerikaan, en een international artist. Hij sprak altijd Engels – het Nederlands heeft hij zich nooit eigen gemaakt. Op de Rotterdamse academie was toen nog lang niet iedereen het Engels meester, wat gesprekken met hem voor sommigen moeilijk maakte…; anderen daarentegen liepen met hem weg.

Ook René Verouden maakte John Blake mee als collega. Hij noemt Blake als docent heel betrokken, hoewel hij zich wat op de achtergrond hield: “Bij presentaties van studentenwerk was hij vaak een hele tijd stil, maar daarna kwam hij met een goed verhaal vol scherpe observaties, in weinig woorden geformuleerd, kalm en precies. Hij bracht binnen de Rotterdamse academie een internationaal perspectief. Voor ons, en voor studenten was hij een wandelende boekenkast: hij wist heel veel over heel veel kunstenaars, kende niet alleen de Rotterdamse scene, maar ook kunstenaars wereldwijd – velen daarvan kende hij ook persoonlijk.”

Dat is ook de ervaring van Willem Besselink, die John Blake had gekozen als een van zijn begeleiders bij zijn afstuderen in 2006: “Ik vond het altijd fijn met hem over mijn werk te praten. John praatte niet met je als docent tegen een student; hij gaf me het gevoel dat we twee kunstenaars onder elkaar waren.”

Hoewel Blake woonde in Woerden, waar hij ook zijn atelier had, was hij ook vaak te vinden in café De Schouw aan de Witte de Withstraat. Met een glas witte wijn in de hand – hij dronk zelden bier – ontmoette hij daar graag studenten en oud-studenten. In 2006 realiseerde hij ook een bijdrage aan De Aanschouw daar. ”Een werkstuk uit scherven blauw gekleurd glas, een variatie op een eerder, maar nooit gerealiseerd project”, herinnert Aanschouw-initiatiefnemer en -curator Frank Taal zich; “Ik kende hem al jaren, en op een gegeven moment vroeg hij, of hij niet ook eens iets voor De Aanschouw mocht maken.” Dat was, net als alle andere projecten daar, maar één week te zien.

Kunsthalte Witte de Withstraat & Hals

Een blijvend voorbeeld in Rotterdam van John Blake’s werkwijze is het ensemble Kunsthalte Witte de Withstraat & Hals uit 2000. Destijds ontstond de culturele as Witte de Withstraat-Museumpark. De tramstop op de kruising met de Westersingel was in 1995 door de RET opgeheven. Kunstliefhebbers maakten zich er hard voor, dat ter plekke opnieuw een halte kwam. John Blake maakte er een kunstplek van. Hij sprak met de RET af, dat de abri daar spierwit werd, en dat er in die Kunsthalte Witte de Withstraat geen commerciële beelden zouden mogen komen. Daardoor ook heb je door de glazen achterwand van die halte goed zicht naar het Museumpark, en op de Westersingel zelf. Daar plaatste Blake de Hals – ook glanzend wit. Het is de uitvergrote versie van een display dat Blake had gezien in de etalage van een juwelierszaak. Het ‘kijkt’ in de richting van de Kunsthalte aan de overkant van het water, en van daaruit ‘kijkt’ het tramreizigers aan. Blake zelf zag die hals, zonder hoofd, als een soort klassiek borstbeeld – geheel in tune met het statige karakter van de Westersingel en de bebouwing daar. Inmiddels is de abri van toen vervangen door het nieuwe RET-model, en heet de halte inmiddels ‘Museumpark’ – maar nog steeds is de abri wit, en als enige zonder advertenties… Samen met de Hals een kunstwerk: op het eerste gezicht misschien weinig opvallend, maar wél eigenzinnig en weloverwogen – John Blake ten voeten uit!

Op 17 april 2017 overleed John Blake in Laren. Hij kwakkelde al een aantal jaren met zijn gezondheid, maar voor velen kwam zijn overlijden toch nog onverwacht. Velen zullen hem missen. Voor een overzicht van Blake’s werk kun je terecht op zijn website.


Guus Vreeburg is kunsthistoricus en verbonden aan de Willem de Kooning Academie.