l’Homme qui marche, ofwel ‘De man die loopt’, is een topstuk uit het begin van de moderne beeldende kunst. Rodin was een kunstenaar, die zeer realistische beelden maakte. Zo verweten zijn tijdgenoten hem dat hij afgietsels van levende mensen maakte in plaats van dat hij de beelden uithakte of boetseerde. Zijn l’Homme qui marche is een wat afwijkend beeld door de onrealistische manier van lopen. Hoofd en armen ontbreken, zodat de nadruk ligt op torso en benen die een beweging suggereren. Het beeld was voor 19e eeuwse begrippen veel te onaf, te schetsmatig en te geprononceerd. Maar in de 20e eeuw werd het een voorbeeld voor veel moderne kunstenaars. Zij waardeerden de grote expressie van het werk. Mede door die waardering en door de invloed die het beeld had op latere kunstenaars, is het beeld een ijkpunt in de ontwikkeling van de beeldhouwkunst. Het beeld werd door de stad Rotterdam aangeschaft als beginpunt van een kunsthistorische ‘galerij’ in de binnenstad. Het was een bijzonder gelukkige aanwinst. l’Homme qui marche geldt als één van de belangrijkste werken van Rodin, al is de ontstaansgeschiedenis niet geheel duidelijk. Naar algemeen wordt aangenomen dat Rodin in 1877 een kleine mannelijke torso maakte als voorstudie voor Johannes de Doper; later voegde hij er benen aan toe voor de eerste versie van l’Homme qui marche. In 1905 kwam een vergrote versie in gips tot stand die in 1907 in brons werd gegoten. In datzelfde jaar was het beeld voor het eerst voor het publiek te zien op de Salon de la Société Nationale des Beaux Arts in Parijs. Van de twaalf afgietsels die door het Musée Rodin in Parijs geautoriseerd zijn, was alleen dit exemplaar nog te koop. Het beeld werd aangekocht op initiatief van de Commissie Stadsverfraaiing, nadat het in 1960 was tentoongesteld op de beeldenexpositie in het Rotterdamse Museumpark ter gelegenheid van de Floriade. De beslissing tot aanschaf kwam moeizaam tot stand, omdat er twijfels waren of het beeld wel geschikt was voor een openbare plaats in de stad. Vandaar dat het eerst vijf jaar lang te bewonderen viel in de tuin van Museum Boijmans Van Beuningen. Na een flinke omzwerving stond het beeld uiteindelijk in 1988 langs de Westersingel en werd in 2000 op het beeldenterras geplaatst als toets en norm voor de andere geabstraheerde mensfiguren in de 20e eeuwse beeldhouwkunst. De sokkel waarop het kunstwerk staat, is gebaseerd op een situatieschets van het beeld door Rodin getekend op een foto van de binnenhof van Palazzo Farnese in Rome. Voor meer informatie: Sculpture International Rotterdam.
Met een stijl gelieerd aan het impressionisme, geldt Auguste Rodin (Parijs, 1840 – Meudon, 1917) als één van de belangrijkste moderne beeldhouwers en wegbereiders, die verschillende generaties heeft geïnspireerd. Zijn werk is opgenomen in de collecties van grote moderne musea en wereldwijd zijn er drie musea speciaal aan zijn werk gewijd, te weten in Philadelphia, Parijs en in Meudon (Frankrijk).
l’Homme qui marche, ofwel ‘De man die loopt’, is een topstuk uit het begin van de moderne beeldende kunst. Rodin was een kunstenaar, die zeer realistische beelden maakte. Zo verweten zijn tijdgenoten hem dat hij afgietsels van levende mensen maakte in plaats van dat hij de beelden uithakte of boetseerde. Zijn l’Homme qui marche is een wat afwijkend beeld door de onrealistische manier van lopen. Hoofd en armen ontbreken, zodat de nadruk ligt op torso en benen die een beweging suggereren. Het beeld was voor 19e eeuwse begrippen veel te onaf, te schetsmatig en te geprononceerd. Maar in de 20e eeuw werd het een voorbeeld voor veel moderne kunstenaars. Zij waardeerden de grote expressie van het werk. Mede door die waardering en door de invloed die het beeld had op latere kunstenaars, is het beeld een ijkpunt in de ontwikkeling van de beeldhouwkunst. Het beeld werd door de stad Rotterdam aangeschaft als beginpunt van een kunsthistorische ‘galerij’ in de binnenstad. Het was een bijzonder gelukkige aanwinst. l’Homme qui marche geldt als één van de belangrijkste werken van Rodin, al is de ontstaansgeschiedenis niet geheel duidelijk. Naar algemeen wordt aangenomen dat Rodin in 1877 een kleine mannelijke torso maakte als voorstudie voor Johannes de Doper; later voegde hij er benen aan toe voor de eerste versie van l’Homme qui marche. In 1905 kwam een vergrote versie in gips tot stand die in 1907 in brons werd gegoten. In datzelfde jaar was het beeld voor het eerst voor het publiek te zien op de Salon de la Société Nationale des Beaux Arts in Parijs. Van de twaalf afgietsels die door het Musée Rodin in Parijs geautoriseerd zijn, was alleen dit exemplaar nog te koop. Het beeld werd aangekocht op initiatief van de Commissie Stadsverfraaiing, nadat het in 1960 was tentoongesteld op de beeldenexpositie in het Rotterdamse Museumpark ter gelegenheid van de Floriade. De beslissing tot aanschaf kwam moeizaam tot stand, omdat er twijfels waren of het beeld wel geschikt was voor een openbare plaats in de stad. Vandaar dat het eerst vijf jaar lang te bewonderen viel in de tuin van Museum Boijmans Van Beuningen. Na een flinke omzwerving stond het beeld uiteindelijk in 1988 langs de Westersingel en werd in 2000 op het beeldenterras geplaatst als toets en norm voor de andere geabstraheerde mensfiguren in de 20e eeuwse beeldhouwkunst. De sokkel waarop het kunstwerk staat, is gebaseerd op een situatieschets van het beeld door Rodin getekend op een foto van de binnenhof van Palazzo Farnese in Rome. Voor meer informatie: Sculpture International Rotterdam.
Met een stijl gelieerd aan het impressionisme, geldt Auguste Rodin (Parijs, 1840 – Meudon, 1917) als één van de belangrijkste moderne beeldhouwers en wegbereiders, die verschillende generaties heeft geïnspireerd. Zijn werk is opgenomen in de collecties van grote moderne musea en wereldwijd zijn er drie musea speciaal aan zijn werk gewijd, te weten in Philadelphia, Parijs en in Meudon (Frankrijk).
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.OkNo