Dit kunstwerk heet De dobber, maar heeft als bijnaam ‘Jan met de verticale ballen’. Het stamt volgens de kunstenaar uit de ‘Cool Years’ van zijn carrière, die duurde van circa 1965 tot 1972. Romijn onderscheidde zijn ontwikkeling in de perioden First Years, Lyric Years, Wild Years, Cool Years, Active Years, Thoughtful Years en Recent Years. Zijn ‘koele jaren’ volgden op een verblijf in New York, waarbij in kleur geschilderde metalen beelden prominent werden in zijn werk. De beelden maakte Romijn in verschillende formaten, maar altijd in een serie. De kleinste is 80 centimeter hoog en de grootste 10 meter. De rode hoge dobber steekt ver uit boven zijn omgeving en is vanaf de Kuip al te zien.
Gust Romijn (Noordwijkerhout, 1922 – Dreischor, 2010) werkte als beeldhouwer, graficus en schilder. Samen met Louis van Roode en Piet Rovers behoorde hij in de jaren ‘50 tot de Venstergroep, bestaande uit jonge Rotterdamse grafici. Hij sloot zich in die periode tevens aan bij de Liga Nieuw Beelden. Hij nam deel aan de Wereldtentoonstelling in Brussel (1958). Romijn werd onder meer onderscheiden met de Nationale 5 mei Grafiekprijs (1955) en de Prix Suisse (1957). De kunstenaar woonde en werkte het grootste deel van zijn carrière in Rotterdam, tot hij in 1982 verhuisde naar Dreischor op Schouwen-Duiveland.
Dit kunstwerk heet De dobber, maar heeft als bijnaam ‘Jan met de verticale ballen’. Het stamt volgens de kunstenaar uit de ‘Cool Years’ van zijn carrière, die duurde van circa 1965 tot 1972. Romijn onderscheidde zijn ontwikkeling in de perioden First Years, Lyric Years, Wild Years, Cool Years, Active Years, Thoughtful Years en Recent Years. Zijn ‘koele jaren’ volgden op een verblijf in New York, waarbij in kleur geschilderde metalen beelden prominent werden in zijn werk. De beelden maakte Romijn in verschillende formaten, maar altijd in een serie. De kleinste is 80 centimeter hoog en de grootste 10 meter. De rode hoge dobber steekt ver uit boven zijn omgeving en is vanaf de Kuip al te zien.
Gust Romijn (Noordwijkerhout, 1922 – Dreischor, 2010) werkte als beeldhouwer, graficus en schilder. Samen met Louis van Roode en Piet Rovers behoorde hij in de jaren ‘50 tot de Venstergroep, bestaande uit jonge Rotterdamse grafici. Hij sloot zich in die periode tevens aan bij de Liga Nieuw Beelden. Hij nam deel aan de Wereldtentoonstelling in Brussel (1958). Romijn werd onder meer onderscheiden met de Nationale 5 mei Grafiekprijs (1955) en de Prix Suisse (1957). De kunstenaar woonde en werkte het grootste deel van zijn carrière in Rotterdam, tot hij in 1982 verhuisde naar Dreischor op Schouwen-Duiveland.
