Kunstenaar André Volten kreeg van het onderzoeksinstituut TNO (Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) de opdracht om een kunstwerk te maken voor hun nieuwe kantoorpand in Apeldoorn. Van 1970 tot 1972 werkte hij aan drie identieke kubusvormige ijzeren sculpturen, die als een ensemble bedoeld waren. Maar wegens financiële beperkingen kon TNO slechts twee van de drie kunstwerken aanschaffen. Deze Kubus bleef in zijn werkplaats tot 1976, want toen kreeg Volten een solotentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen. De Kubus werd opgesteld tijdens zijn expositie Reliëfs, plastieken, modellen 1966-1976. Hij stond eerst buiten voor het museum aan de straatkant, maar is later naar de tuin verhuisd. De andere twee Kubus sculpturen zijn uiteindelijk aan het Kröller-Müller Museum geschonken, toen de kantoren van TNO in Apeldoorn werden gesloten. Wegens de verbouwing van Museum Boijmans Van Beuningen is de Kubus opgeslagen in hun depot. Het werk heeft al die tijd buiten gestaan, dus het werk moet gerestaureerd worden en krijgt daarna een nieuwe plek.