“Plastiek van buizen versiert Zestienhoven”, zo luidt de kop in het NRC Handelsblad van 26 juni 1975, en vervolgens: “De Rotterdamse luchthaven heeft er vanuit de lucht gezien een markant herkenningspunt bijgekregen, dat sinds gisteren een plaats heeft op het grasveld voor het stationsgebouw. Hoewel de Rotterdamse gemeenteraad al vier jaar geleden besloot dat het Rotterdamse vliegveld dicht moet, is het kunstwerk er toch gekomen op grond van de percentageregeling die bij nieuwbouw voor kunstzinnige versiering moet zorgen. Het nieuwe stationsgebouw staat er al sinds 1970”. De Amsterdamse kunstenaar André Volten is dan al tien jaar betrokken bij de onderhandelingen over zijn kunstwerk. Want toen vliegveld Zestienhoven nog een bloeiende toekomst leek te hebben, had hij een eerste ontwerp gemaakt voor een serie reclametorens (in het verlengde van zijn ‘Communicatiezuil’ voor het Centraal Station). Maar deze waren te duur en een tweede ontwerp met een kleinere opzet werd evenmin goedgekeurd, omdat de kleine luchthaven weinig adverteerders zou trekken. De discussie over de noodzaak van een kunstwerk voor een luchthaven dat tot sluiten gedoemd was, duurde jaren (begin jaren 1970 leed het vliegveld jaarlijks miljoenen verlies). Toch kreeg Volten in 1974 de definitieve opdracht, terwijl wethouder Jan Riezenkamp het werk nog steeds overbodig vond. PvdA-raadslid Gerrit Schilder zag het object echter als een herdenkingsmonument dat in de toekomst een nieuwe woonwijk op Zestienhoven zou kunnen verfraaien (Schilder zou later van 1983 – 1989 directeur van CBK Rotterdam worden). Volten hield met zijn ontwerp rekening met deze ongewisse toekomst. Hij maakte zijn ontwerp namelijk van zwarte buizen, die zonder veel technische problemen verhuisbaar zouden zijn. En zij zouden ook op een andere, ruime plaats goed tot hun recht komen. De circa 750 werknemers op de luchthaven waren na jaren van onzekerheid zo gefrustreerd door de gemeentelijke sluitingsplannen, dat zij geen enkele waardering konden opbrengen voor het kunstwerk. De buizenplastiek, die een indruk moet geven van het opstijgend en dalend vliegverkeer in alle richtingen, vindt men eerder een “toonbeeld van een ineenstortend vliegveld” meldt Het Vrije Volk op 3 juli 1975. “Niet onder de indruk van het strakke, glanzende metaal, spreekt men over een slordige hoop buizen en de buizenplastiek kreeg de bijnaam ‘de breinaalden van mevrouw Van der Louw’. Maar het vliegveld zou blijven bestaan en jaren later van naam veranderen in Rotterdam The Hague Airport. Het werk kreeg waardering en de officieuze titel ‘Mikado’. Het werd jaren opgeslagen tijdens verbouwingswerkzaamheden, gerestaureerd en in 2016 is het teruggeplaatst in het water. Wie naar het vliegveld rijdt, ziet nog steeds dit opvallende herkenningspunt.
André Volten (Andijk, 1925 – Amsterdam, 2002) was één van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse beeldhouwers. Hij ontwikkelde een non-figuratieve beeldhouwkunst met veel RVS. In de jaren vijftig en zestig was zijn werk kenmerkend voor nieuwe ontwikkelingen in de kunst. Hij was onder meer te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam en in Duisburg, in groepstentoonstellingen en solo. In de openbare ruimte maakte hij veel vrijstaande sculpturen met een geometrische vormentaal. Voor Rotterdam heeft hij zeven kunstwerken gemaakt. In 1966 ontving hij de belangrijke oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst.
12 waaiervormig gestapelde zwarte buizen met witte koppen
Materialen
Staal
Afmetingen
Hoogte: 10 m | Diameter: 12 m
Jaar
1975
Opdrachtgever
Gemeente Rotterdam
Werving/selectie
Projectarchitect J. Bister
Geldbron
Percentageregeling, betrof opdracht bij de bouw van het stationsgebouw van vliegveld Zestienhoven
Eigenaar
Rotterdam The Hague Airport
Over het kunstwerk
“Plastiek van buizen versiert Zestienhoven”, zo luidt de kop in het NRC Handelsblad van 26 juni 1975, en vervolgens: “De Rotterdamse luchthaven heeft er vanuit de lucht gezien een markant herkenningspunt bijgekregen, dat sinds gisteren een plaats heeft op het grasveld voor het stationsgebouw. Hoewel de Rotterdamse gemeenteraad al vier jaar geleden besloot dat het Rotterdamse vliegveld dicht moet, is het kunstwerk er toch gekomen op grond van de percentageregeling die bij nieuwbouw voor kunstzinnige versiering moet zorgen. Het nieuwe stationsgebouw staat er al sinds 1970”. De Amsterdamse kunstenaar André Volten is dan al tien jaar betrokken bij de onderhandelingen over zijn kunstwerk. Want toen vliegveld Zestienhoven nog een bloeiende toekomst leek te hebben, had hij een eerste ontwerp gemaakt voor een serie reclametorens (in het verlengde van zijn ‘Communicatiezuil’ voor het Centraal Station). Maar deze waren te duur en een tweede ontwerp met een kleinere opzet werd evenmin goedgekeurd, omdat de kleine luchthaven weinig adverteerders zou trekken. De discussie over de noodzaak van een kunstwerk voor een luchthaven dat tot sluiten gedoemd was, duurde jaren (begin jaren 1970 leed het vliegveld jaarlijks miljoenen verlies). Toch kreeg Volten in 1974 de definitieve opdracht, terwijl wethouder Jan Riezenkamp het werk nog steeds overbodig vond. PvdA-raadslid Gerrit Schilder zag het object echter als een herdenkingsmonument dat in de toekomst een nieuwe woonwijk op Zestienhoven zou kunnen verfraaien (Schilder zou later van 1983 – 1989 directeur van CBK Rotterdam worden). Volten hield met zijn ontwerp rekening met deze ongewisse toekomst. Hij maakte zijn ontwerp namelijk van zwarte buizen, die zonder veel technische problemen verhuisbaar zouden zijn. En zij zouden ook op een andere, ruime plaats goed tot hun recht komen. De circa 750 werknemers op de luchthaven waren na jaren van onzekerheid zo gefrustreerd door de gemeentelijke sluitingsplannen, dat zij geen enkele waardering konden opbrengen voor het kunstwerk. De buizenplastiek, die een indruk moet geven van het opstijgend en dalend vliegverkeer in alle richtingen, vindt men eerder een “toonbeeld van een ineenstortend vliegveld” meldt Het Vrije Volk op 3 juli 1975. “Niet onder de indruk van het strakke, glanzende metaal, spreekt men over een slordige hoop buizen en de buizenplastiek kreeg de bijnaam ‘de breinaalden van mevrouw Van der Louw’. Maar het vliegveld zou blijven bestaan en jaren later van naam veranderen in Rotterdam The Hague Airport. Het werk kreeg waardering en de officieuze titel ‘Mikado’. Het werd jaren opgeslagen tijdens verbouwingswerkzaamheden, gerestaureerd en in 2016 is het teruggeplaatst in het water. Wie naar het vliegveld rijdt, ziet nog steeds dit opvallende herkenningspunt.
André Volten (Andijk, 1925 – Amsterdam, 2002) was één van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse beeldhouwers. Hij ontwikkelde een non-figuratieve beeldhouwkunst met veel RVS. In de jaren vijftig en zestig was zijn werk kenmerkend voor nieuwe ontwikkelingen in de kunst. Hij was onder meer te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam en in Duisburg, in groepstentoonstellingen en solo. In de openbare ruimte maakte hij veel vrijstaande sculpturen met een geometrische vormentaal. Voor Rotterdam heeft hij zeven kunstwerken gemaakt. In 1966 ontving hij de belangrijke oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst.
12 waaiervormig gestapelde zwarte buizen met witte koppen
Materialen
Staal
Afmetingen
Hoogte: 10 m | Diameter: 12 m
Jaar
1975
Opdrachtgever
Gemeente Rotterdam
Werving/selectie
Projectarchitect J. Bister
Geldbron
Percentageregeling, betrof opdracht bij de bouw van het stationsgebouw van vliegveld Zestienhoven
Eigenaar
Rotterdam The Hague Airport
André Volten -
Mikado (1975)
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.OkNo