Dit initiatief van Stichting Rotterdams Verzetsmonument leverde een discussie op aan wie dit monument moest worden opgedragen: aan alleen het illegale verzet óf aan alle gevallenen? Pas 20 jaar later werd het monument onthuld.
Rotterdam is geen stad van fonteinen. Die horen in oude steden met deftige pleinen. Deze fontein blijft dan ook bescheiden laag, maar biedt wel een poëtische oproep om nooit op te geven. Het is een beroemde regel van dichter en schrijver Samuel Beckett.
Van alle prominente beelden in het centrum was er niet één door een vrouw gemaakt. Dat is op wereldvrouwendag 2021 goedgemaakt met dit beeld van Lemos. Het toont een symbool van vrouwelijkheid op een macho formaat dat van oudsher juist als masculien geldt. Het past op het beeldenterras dat het thema de menselijke figuur heeft.
In de strenge minimal art van de jaren zestig was persoonlijke stijl verboden. Kunst ging over vorm, gewicht, ruimte. Minimalist Shapiro vond dat uiteindelijk toch te beperkt, zoals blijkt uit dit geometrische beeld. Dat bestaat best streng uit vijf gelijke balken, maar samen maken ze toch een huppelend dansje.
Dat Henri Laurens klaar was met het kubisme waar hij lange tijd in werkte, bewijst deze veel rondere sculptuur. De achterkant heeft bovendien een geprononceerde ruggengraat die hij had afgekeken van Matisse, die met zijn schilderachtigheid een tegenpool was van de veel hoekiger Picasso en Laurens’ andere kubistische vrienden.
Carel Visser had zijn ontwerp voor een bootvormige sculptuur al klaar, passend bij de havenstad, toen dat werd afgekeurd: was hij vergeten dat het beeldenterras als thema de menselijke gestalte had? Vervolgens heeft hij deze bronzen moeder en kind ontworpen.
‘Ik droom van een sculptuur, waarin landschap, architectuur en stad tot een eenheid worden.’ zei de Oostenrijkse beeldhouwer Wotruba. Hij houwde dit beeld als één geheel van cilinders en kubussen. Hij liet een ruwe huid op dit kalksteen, dat vol kleine fossielen zit.
Dit beeld heette De minnaars, maar de bruikleengever, de NS, vond dat wat ongepast voor het Centraal Station waar het stond. Het herdoopte het als ‘Het afscheid’, een betamelijker titel. Misschien hoopte de NS dat het beeld zo abstract is dat het publiek niet ziet dat het wel zeer innig verstrengelde lichamen zijn.
‘Stop’, kon beeldhouwer Rodin zeggen tegen de modellen die rondliepen in zijn atelier, zodra hij een interessante pose zag. Vervolgens moest het model deze een paar uur vasthouden, terwijl Rodin hem of haar zo naturel mogelijk verbeeldde. Deze uiterst realistische beeldhouwkunst druiste stevig in tegen de klassieke 19e-eeuwse smaak.
Het lijkt misschien een kerstboom, maar deze Santa Claus houdt iets anders vast. In de rel die daardoor ontstond, kreeg de onfatsoenlijke ‘Kabouter Buttplug’ geen plek in de openbare ruimte. Jarenlang stond het bij Museum Boijmans Van Beuningen. Inmiddels op straat aanbeland geniet het nu juist grote populariteit.
David Bade werkt voor zijn weelderige beelden graag met gevonden afvalmateriaal, zoals gips, karton, plastic, purschuim. Maar voor op straat moest het meer duurzaam zijn. Medewerkers van de fabriek die deze artistieke puinzak in polyester uitvoerden, gaven het de bijnaam ‘Anita’. Zo was in elk geval de titel toch een gevonden materiaal.
In Rotterdam wordt altijd gebouwd, waardoor kunst nogal eens moet verhuizen. Dit beeld van David Vandekop moest op de Westblaak wijken voor een skatepark. Toen kreeg het deze locatie, een veilig eigen perkje. Gemaakt van klei verwijst het naar de dijken en kleigrond uit de omgeving van zijn atelier, een boerenschuur in Zeeland. Het is blauw als de zee, geel als korenvelden.
Het grootste kunstwerk aan de Westersingel herken je niet als zodanig, behalve ’s avonds: dan lichten de stippen zachtjes op en wordt heel de zijgevel van het Parkhotel een grafisch kunstwerk.
Dit talud omringd door cafés vond Franz West een gezellige locatie om ‘zitworsten’ neer te leggen. Hij had vaker quasi-bruikbare sculpturen en meubelbeelden gemaakt: kruisingen tussen kunst en zitobject. Zo ook deze rollen, al zitten ze niet echt lekker. Daarvoor zijn ze toch net te veel kunst.
Dit lieve meisje met paardenstaart oogstte onverwacht veel kritiek. Picasso was bevriend met beeldhouwer Carl Nesjar, die een slimme betontechniek ontwikkelde om diens tekeningen in sculpturen te vertalen. Maar, zeiden sommigen, dit is geen sculptuur: het is een uitgeklapte tekening en dat hoort niet op straat.
Deze keurig uitziende tramhalte is in feite een soort protestkunst. Er was een gewone tramhalte die werd opgeheven, tot onvrede van de kunstinstellingen en winkeliers in de straat. Daarop ontwierp John Blake een spierwitte tramhalte zonder reclames. Het is wit zoals galeries ook wel ‘white cubes’ heten. De hals ernaast verwijst naar etalages uit juwelierszaken en is ook museaal wit.
De Italiaanse beweging Arte Povera betekent kunst van arme materialen, zoals stro, hout, fruit, vaak gecombineerd tot symbiotische relaties. Giuseppe Penone doet dit met bomen en haalt de kracht van de natuur aan: hij maakte een bronzen boom, geholpen door vier echte bomen. Die groeien op rond dit brons, dat sporen trekt in hun bast.
Beeldhouwer Richard Artschwager had geen zin in uitleg over zijn titelloze beeld, dat hij in 1988 maakte voor de grote kunstmanifestatie ‘Beelden in de stad’. In de catalogus noemde hij wat seizoensgebonden kreten zoals bloem en ijs, en stuurt zo de beschouwer met een kluitje in het riet: zoek het zelf maar uit. Het is gewoon kunst.
Sinds de 16e-eeuwse Renaissanceliefde voor de gulden snede geldt de cirkel in de kunst als de meest perfecte vorm. Deze sculptuur werd gefinancierd vanuit budget voor grote ondergrondse rioolwerkzaamheden – een onzichtbare maar vieze taak, bekroond met juist een ongenaakbaar glanzend object. Maar wel met een hapje eruit, om die perfectie te doorbreken.
Radicaal vernieuwend waren de Oostenrijkse architecten Coop Himmelb(l)au in de jaren zestig. Zo ontwierpen ze pneumatische vesten met videohelmen die kijkers dwongen om pornografie en geweld te bekijken, waarbij het vest op de nieren stootte en parfum en bloedgeuren verspreidde. Dan valt dit beeld nog mee.
Dit is een dubbel gerecycled kunstwerk. Het is gemaakt van windmolens, die schone energie leveren maar waarvan de wieken totaal niet afbreekbaar zijn. Eerst is het tot artistieke zitsculptuur omgetoverd, en later met regenboogkleuren omgedoopt tot een monument voor seksuele en genderdiversiteit.
Dit is wellicht het meest onzichtbare kunstwerk van Rotterdam. Letterlijk. Luister goed en je hoort onder de brug klanken van een muziekstuk van componist Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 – 1621) mits je op de juiste plek en momenten luistert.
Henk Visch en de stad Rotterdam mogen elkaar graag: hij heeft in totaal zes beelden in de stad staan. Het zijn veelal mens- en dierfiguren, behalve dit Marathonbeeld. Toch is dit niet zo abstract als het lijkt: het is een bosje bloemen. Voor de winnaar van de marathon.
Oorlogsmonumenten leverden na de oorlog vaak controverse op. Bij De boeg ging de discussie niet zozeer over wie herdacht moesten worden, namelijk hen die vielen op zee, maar over de vorm. Te abstract, alleen zo’n scheepsboeg, en dus moest er na acht jaar gesteggel nog een bronzen beeldengroep omheen.
In 2006 hing kunstenaar Niels Post illegaal een brievenbus aan de Erasmusbrug en vroeg mensen om hem post te sturen. Het werkte nog ook. Tot de gemeente hem vroeg er toch maar mee op te houden. Als herinnering hing hij een tekstregel uit spamberichten op – ook een soort clandestiene post.
In Rotterdam is dit misschien niet het bekendste beeld, maar elders ligt dat anders. De lastdrager van beeldhouwer Han Rehm werd gemaakt voor een havenbedrijf dat het gebruikte voor zijn postpapier en emblemen tot in China en Afrika. Oorspronkelijk stond dit beeld op een silo in Katendrecht.
Filmhuis LantarenVenster is gehuisvest in het gebouw New Orleans van architect Álvaro Zisa uit 2010. In de etalage zie je een lichtkunstwerk dat bestaat uit ledverlichting waarop een animatie van een bewegend paard te zien is. De stop-motion techniek, gebaseerd op de vroege fotografie van Eadweard Muybridge, is door kunstenaar Giny Vos in samenwerking met InventDesign vertaald naar een software gestuurde installatie. Light Gig is een ode aan het vroege celluloid inclusief krassen en lichtflitsen.
Voor conceptueel fotograaf Jeff Wall is dit monument een unicum in zijn oeuvre. Het symboliseert de miljoenen Europeanen die in de 19e en 20e eeuw van hier vertrokken naar Amerika om daar een nieuw leven op te bouwen. De eenzame lantaarnpaal strooit ’s avonds licht uit over de vergeten bagage, symbool van de achterblijvers.
Begin deze eeuw werd in de kademuur een koker met oorkonde ontdekt. Ze waren in 1891 ingemetseld achter een gedenksteen, onthuld door de toen 10-jarige Koningin Wilhelmina. In 2013 liet Arnoud Holleman een tijdscapsule inkapselen met boodschappen voor de toekomst. Op 30 mei 2135 wordt deze geopend.
Hier is de wereld een surrealistisch schilderij: er staat een deur open, maar waarheen? Dit kunstwerk van het FENIX Landverhuizersmuseum op Katendrecht aan de overkant, is ook een symbool van de vele Europeanen die vanaf deze kade vertrokken naar het ongewisse. Maar je kunt ook de andere kant de deur door. Tenminste, zo lang de deur naar Europa niet dichtgegooid wordt.